Wat in onze Gouden Eeuw een veel voorkomende praktijk was voor kunstenaars – het beschilderen van muren en plafonds van luxe stadspaleizen – is tegenwoordig een van de kleinst denkbare niches in de kunstwereld. Het is het domein waar de Amsterdamse kunstenaar Peter Korver zich uitstekend thuis voelt. Hij schildert in zijn studio de voorstellingen op aluminium panelen die daarna op die muren en plafonds van de panden worden bevestigd. Door zich te verdiepen in de geschiedenis van het pand en de locatie krijgen zijn schilderingen een verhalende en symbolische betekenis. Hij weet daarin ook de actualiteit te betrekken, zoals is te zien in de twee panelen die je hier ziet van een paartje keizeraalscholvers (links) en zilvermeeuwen (rechts), die door vislijnen met elkaar verstrengeld zijn.
Emo Verkerk (1955) is vooral bekend als schilder van portretten van door hem bewonderde kunstenaars, schrijvers en musici. Het zijn geen traditionele portretten, maar vaak semi-ruimtelijke objecten, waarbij hij verrassend gebruikmaakt van de assemblagetechniek. Soms maakt hij een uitstapje, zoals is te zien in twee linoleumdrukken (uit een serie van zeven), waarin de wilde kalkoen – die in de Indiaanse Hopi-cultuur een mythische status heeft – centraal staat.
Tussen 2005 en 2011 bezocht Daniëlle van Ark (1974) 33 natuurhistorische musea in Europa en de Verenigde Staten om er de fotoserie ‘The Mounted Life’ te maken. In de opslagruimtes fotografeerde ze opstellingen van opgezette dieren, waarin het toeval een grote rol speelt. Het leidde tot veelal surreële scenes, zoals het geval is bij deze kraanvogels.
